Een otterraster is een specifieke faunavoorziening om te voorkomen dat otters buiten hun aangewezen gebied komen.
Het verkeer in Nederland is namelijk de grootste doodsoorzaak onder otters, ruwweg sterven er jaarlijks z’n 15% otters door het verkeer. Maar omdat otters meestal op dezelfde plek oversteken is het zeer effectief om een otterraster te plaatsen.
Een otterraster wordt als volgt gemaakt, eerst moet de in kaart worden gebracht waar ze vaak oversteken. Is dat bekend wordt er aan de weerszijde van de weg een raster of gaas geplaatst. Zo kunnen ze niet meer over de volledige breedte van de weg oversteken.
Vervolgens wordt er onder de weg door een tunnel gegraven met een dikke buis er in. De ingang van de buis wordt meestal gesitueerd als een soort grote trechter, zodat het wild er gemakkelijk in gaat. Dit wordt gedaan door middel van geleidingsgaas, een soort hekwerk wat na de ingang van de otterraster geleid.
Omdat de otters gewent zijn om van nature in donkere tunnels te kruipen zullen ze zeer snel aan dit soort degelijke voorzieningen gewent worden. Dit zal je dan ook zeker terugzien in de aantal aanrijdingen. Een voordeel komt hier ook bij, dat de tunnel niet alleen door otters zal worden gebruikt maar ook andere dieren zoals, dassen, klein wild en egels zullen hier gebruik van maken.